Succes ketenzorg cure en care borgen met innovatie en juiste financiering’

do 18 februari 2021
Succes ketenzorg cure en care borgen met innovatie en juiste financiering’
ICT
Premium

Ketenzorg realiseren tussen cure en care begint met samenwerking tussen mensen en het vernieuwen van processen. Technologie speelt hierbij een belangrijke faciliterende rol, weten bestuursvoorzitters Jolanda Buwalda (VVT-organisatie Omring) en Maurice van den Bosch (OLVG-ziekenhuis Amsterdam) uit ervaring. Na succesverhalen op dit gebied vóór en tijdens de coronacrisis, is het tijd voor de volgende fase: contractinnovatie en passende financiering. “Ketenfinanciering in plaats van gesegmenteerde financiering per instelling is een must.”

De impact van de griepgolf in 2017-2018 was voor Omring als systeemaanbieder in de care de aanleiding om intensiever samen te werken met de ziekenhuizen in de regio Noord-Holland-Noord: de Noordwest Ziekenhuisgroep en het Dijklander ziekenhuis. De directe doelen waren:

• Inrichten van de (sub)acute zorgketen om de juiste zorg op de juiste plek te bieden.
• Aanpak van de ‘verkeerde-bedden’-proble-matiek (langer vasthouden van een ziekenhuisbed wegens gebrek aan ruimte in een verpleeghuis, thuis of op een herstelafdeling).
• Goed datamanagement om capaciteitsmanagement en de logistiek hieromheen te faciliteren.

Dat moest leiden tot een slimme infrastructurele inrichting van een ander type bedden, triage en transfer: capaciteitsmanagement met de ongedeelde patiënt/cliënt als basis. “Die moet ontzorgt worden en het juiste bed, de juiste plek en de juiste zorg krijgen”, stelt Jolanda Buwalda (Omring).

Innovatie ketenzorg
Innovatie van ketenzorg werkt volgens Maurice van den Bosch (OLVG) het beste wanneer je mensen uit diverse geledingen samenbrengt zodat ze elkaar beter leren begrijpen. “Zo hebben we in 2017 twee transferafdelingen ingericht in OLVG voor hybride werken. Mensen uit VVT-instellingen werken daarbij in ons ziekenhuis en onze professionals werken samen met VVT-mensen. Door begrip vergroot je de executiekracht van ketenzorg. Door elkaar op het basale niveau van samenwerking te le-ren begrijpen, kun je kleinschalig met vernieuwing van die processen beginnen.”

Zoals het OLVG dat in Amsterdam deed, heeft Omring VVT-units voor intensief eerstelijns verblijf in de ziekenhuizen in de regio ingericht. Buwalda: “Verder hebben we triage vanuit de VVT toegevoegd aan de HAP en de SEH ten behoeve van planbare en onplanbare zorg. Zo kun je veel beter cliëntvraag gestuurd matchen met de juiste zorgverlening. Als je dat ook monitort en elkaar feedback geeft, krijg je meer respect voor elkaars werkwijzen en kun je processen beter op elkaar aansluiten en omgaan met schaarste.”

"Het is veel meer waard om goede voorbeelden te kopiëren en op te schalen"

Geen muren
Buwalda en Van den Bosch kwamen elkaar ook op bestuurlijk niveau tegen en besloten de opgedane kennis en ervaring uit te wisselen en de ketenzorg op te schalen. De zorginstelling van de toekomst heeft geen muren, is hierbij het uitgangspunt geworden van beide bestuurs- voorzitters. Zij weten vanuit hun bestuurlijke ervaring dat de scheidslijn tussen cure en care vooral beleidsmatig en financieel is. “Als je vanuit visie, passie en actie de cliënt centraal stelt, zet je de professional in de lead. Die moet geen last hebben van systeemproblematiek en verouderde ontwerpen van de zorgketen.”

Digitalisering faciliteert bij het afbreken van de muren tussen ziekenhuis en VVT, weet Van den Bosch. “Maar de sociale component – hoe je samenwerkt – is de basis. Op bestuurlijk niveau én op het niveau van de professional - medisch specialisten en verpleegkundigen. Al in 2015 begon er overleg tussen aanbieders van cure en de VVT-sector in de regio Amsterdam-Amstelland, over realiseren van betere ketendoorstroming in het belang van de patiënt/cliënt. Digitalisering kan dat vereenvoudigen, maar uiteindelijk zijn het de mensen en processen die moeten veranderen.”

In de inmiddels ingerichte coördinatiepunten subacute en acute zorg, waar transfer en triage samenkomen, zijn huisartsen, (wijk)verpleegkundigen en ziekenhuizen de verwijzers voor acute en subacute problemen. Er is nu één infrastructuur met één telefoonnummer, om optimaal te bepalen wanneer en waar iemand met een (sub)acuut probleem heen kan. Ook is er multidisciplinaire samenwerking op zowel verpleegkundig als (para-)medisch-specialistisch niveau.

Ondersteunen infrastructuur
Die infrastructuur wordt volgens Buwalda ondersteund door e-overdracht en digitale componenten zoals een bedden-app voor Noord-Holland Noord. Rood is vol in die app, groen is leeg, en er is een splitsing tussen hoog- en laagcomplex. Ook zijn er inmiddels landelijk erkende gezamenlijke afspraken over functionaliteiten zoals: wat doe je in een triage coördinatiepunt (advisering, zorgtoeleiding monitoring) en data analyse: waar stromen mensen in en uit, wat is de gemiddelde verblijfsduur, welke impact genereer je vanuit quadruple aim-perspectief.

Buwalda: “We gaan ons nu steeds meer bedienen van slimmere technologie en hopelijk op termijn de juiste interfaces tussen de ziekenhuis- en VVT-systemen in te zetten, door gezamenlijk te kiezen voor passende platform architectuur Hier zetten we ook subsidies vanuit regelingen zoals VIPP en InZicht in. Daarnaast moet er investeringsbereidheid zijn van ons als zorgondernemers. En hopen we op co-financiering van zorgverzekeraars.”

Er wordt nu gewerkt aan een vergelijkbare infrastructuur voor reguliere en planbare vraagstukken. Her en der is daarnaast ook al sprake van landelijke opschaling, stelt Buwalda. “De genoemde functionaliteiten zijn sinds 1,5 jaar landelijk vastgesteld, evenals de betaaltitels. Men hanteert dezelfde standaarden voor triage. De LHV-standaarden bevatten bijvoorbeeld nu VVT-elementen, bij de SEH zitten verpleegkundige componenten in hun triagemodellen.”