De zorg groeit toe naar een stelsel van passende zorg, om de patiënt heen georganiseerd. Onderdeel hiervan is digitale zorg. Deze digitalisering is nodig om de best passende zorg voor mensen mogelijk te maken, maar ook bittere noodzaak om ons kwalitatief goede zorgstelsel overeind te houden. Aan de basis van elke digitale vorm van passende zorg ligt een passende digitale verbinding, stellen Vinood Mangroelal van KPN Health en Carolien Nijhuis (KPN IoT & data services). “Om die te leveren, werken wij zowel binnen als buiten KPN in een netwerk samen. Zo leveren wij totaaloplossingen waar de zorg echt iets aan heeft, getoetst binnen ons netwerk.”
Steeds vaker ontvangen patiënten zorg in hun eigen omgeving in plaats van bij huisarts of ziekenhuis. Leefstijlmonitoring helpt senioren om langer zelfstandig te wonen. Consulten, diagnostiek, monitoring, behandeling en preventie kunnen steeds vaker op afstand plaatsvinden. In alle gevallen is een betrouwbare, veilige en schaalbare digitale technologie nodig.
Veel digitale oplossingen werken via de mobiele telefoon en draadloos via verschillende sensoren. Smartphones die lichaamsfuncties meten, connected scootmobielen, maar ook sensoren in slimme pleisters of matrassen. IoT (Internet of Things) is een technologie die hier een belangrijke rol in speelt, stelt Carolien Nijhuis.
“Vanuit ons bedrijfsonderdeel IoT helpen we bij de ontwikkeling van oplossingen die de zorg vooruit helpen. Zo werken we met Philips aan de Healthdot, waarmee je vanuit huis verbonden bent met het ziekenhuis. Hier komen de expertise van Philips op het gebied van zorginnovaties en de kennis van KPN op het gebied van IoT-oplossingen en connectiviteit samen. Met LoRa-connectiviteit weet je zeker dat de noodzakelijke medische data door de artsen op afstand goed en veilig gemonitord kan worden.”
Nijhuis benadrukt het belang om bij zorgoplossingen niet vanuit technologie te redeneren. “We hebben mooie connectiviteitsdiensten op basis van 2G tot en met 5G en speciale IoT-netwerken zoals LTE-M en LoRa. Maar je hebt niet zoveel aan goede connectiviteit als de totale oplossing niet optimaal functioneert. Daarom werken we nauw samen met alle betrokken partijen in de keten, van device tot applicatieleveranciers. Alleen dan kunnen we oplossingen leveren die echt werken: veilig, schaalbaar en volledig interoperabel.”
Digitale component
Je zou denken dat al die slimme oplossingen en digitale consulten in de zorg – zeker sinds de coronacrisis – inmiddels de gewoonste zaak van de wereld zijn. Dat is volgens Vinood Mangroelal nog niet het geval. Wel groeit het gebruik ervan, evenals het besef dat passende zorg niet altijd zonder een digitale component mogelijk is.
Kort door de bocht is volgens Mangroelal passende zorg: het bieden van zorg voor een redelijke prijs waarbij zorgverlener en patiënt samen beslissen welk behandelpad het best passend is. Daarbij staat steeds vaker gezondheid en niet zozeer ziekte centraal.
“Een aantal aspecten ondersteunt passende zorg, zoals het dichterbij de patiënt brengen van die zorg. Daarbij maakt niet uit of het kort- of langlopende zorg is, of het gaat om metingen bij iemand met diabetes of de zuurstofsaturatie van bloed bij een covid-patiënt. Daarbij hoort een stappenplan voor de patiëntreis, gemaakt in samenspraak met de behandelaars, die helemaal passend is bij het individu.”
Mangroelal onderscheidt vier assen waarover connectiviteit voor passende zorg loopt: monitoring, behandeling, diagnostiek en consulten. Enkele voorbeelden ter illustratie zijn:
- Monitoring op afstand: met Philips Healthdot (energiezuinige verbinding via het LoRa-netwerk).
- Behandeling: nierdialyse thuis via KPN E-Zorg verbinding (Goed Beheerd Zorgnetwerk).
- Diagnostiek: Deron slimme matras (indoor dekking en internationale mogelijkheden door het LTE-M netwerk).
- Digitaal consult: via het stabiele, snelle en veilige KPN-netwerk via glasvezel en 5G.
Passende verbinding
De connectiviteitsnamen (zoals LoRa en LTE-M) achter elk voorbeeld onderstrepen de noodzaak voor een passende verbinding bij elke vorm van (passende) zorg op afstand, stelt Mangroelal: “Passend betekent hier de mate van veiligheid voor privacy, maar ook betrouwbaarheid. Als je thuis iemand op zuurstofondersteuning of aan de beademing hebt zitten – behandelen op afstand – wil je voor de monitoring niet afhankelijk zijn van een enkelvoudige, haperende verbinding. Voor een digitaal consult kan WiFi thuis afdoende zijn, maar is security nog een must. De zorg voor connectiviteit en dataoverdracht vergt dus echt meer inzicht in het soort toepassing.”
Om te komen tot een effectieve oplossing moet je tussen alle partners – van technologie tot zorgaanbieder – gedurende het hele ontwikkelproces goede afstemming hebben over welke functionaliteit gewenst is en welke techniek het beste past, vult Nijhuis aan. “Zo moet bijvoorbeeld een verbinding altijd veilig zijn, maar niet altijd supersnel.”
Ook de informatiebehoefte van zorgverleners en -gebruikers, waar de connectiviteit de basis voor vormt, heeft baat bij eenduidigheid. Het is volgens Nijhuis dan wel van belang dat alle partners in de keten de silo’s doorbreken waarin ze nu opereren en met gemeenschappelijke vormen van uitwisseling gaan werken. Zo kun je data uit allerlei bronnen combineren en hergebruiken én hoef je niet voor elke zorgtoepassing een nieuwe silo in te richten. Dat levert extra kosten en traagheid waar de zorgsector nou net geen baat bij heeft.
“Dat vind ik het mooie van een platform zoals KPN Health Exchange voor gegevensuitwisseling in de zorg. Daarmee maken we het mogelijk dat, ongeacht het soort toepassing of oplossing, data eenvoudig tussen verschillende partijen kan worden gedeeld en eenvoudig hergebruikt kan worden, op een veilige manier.”
Nieuwe balans
KPN Health en KPN IoT helpen zorgaanbieders en aanbieders van zorghulpmiddelen om oplossingen uit hun vaste silo’s te halen en efficiënter in te zetten. Mangroelal ziet daarbij dat steeds meer IT-afdelingen van zorgaanbieders geleidelijk aan een nieuwe balans vinden in het zelf ondersteunen van de dagelijkse IT-business en het faciliteren van nieuwe digitale oplossingen.
“Steeds meer organisaties, ook in de zorg, organiseren hun IT volgens het Gartner-model van business as usual – de dagelijkse IT zoals werkplekken – en business as unusual – het ondersteunen van digitale instrumenten die zorgtransformatie en innovatie mogelijk maken. CIO’s en CMIO’s spelen hierin een belangrijke rol. Zij zijn er niet alleen om te bepalen wat voor EPD of ECD er gebruikt moet worden en hoe, maar ook hoe je passende zorg zo goed mogelijk kunt invullen met digitale elementen.”
Hierin meegaan vergt ook van technologiepartners een andere aanpak, stelt Nijhuis. Dus niet alleen technologie aanbieden en vervolgens de bijbehorende integratie in het complexe IT-landschap bij de klant neerleggen. “Juist bij die integrale aanpak kunnen en willen wij samen met alle ketenpartners een grotere rol spelen. Dat betekent ook dat je met de klant kijkt naar de beste return on investment, naar waar de meeste efficiency te halen is. En naar welke transformatie hiervoor binnen een organisatie nodig is. Dat vergt voor ons een rol aan het begin van een traject, niet pas wanneer gevraagd wordt om de benodigde technologie.”
Preventie als vijfde as
Mangroelal en Nijhuis noemden al vier assen waarover de digitale component van passende zorg loopt. Preventie is een vijfde as. Zoals leefstijlmonitoring via wearables die lichaamsfuncties meten en apps die op basis hiervan advies op maat bieden over zaken zoals beweging en voeding. Dit levert veel, zij het ongestructureerde data op waarvoor connectiviteit ook een must is.
“Patiënt-gegenereerde data wordt steeds belangrijker voor primaire en secundaire preventie”, weet Mangroelal. “Alleen is het gebruik ervan complex. Allereerst is het gefragmenteerde data, waarbij niet direct duidelijk is wat bruikbare gezondheidsinformatie is. Realtime data van het aantal stappen dat een patiënt zet, is voor de meeste zorgaanbieders momenteel niet van toegevoegde waarde. De komende jaren moet uitgefilterd worden wat bruikbare data is voor een zorgverlener - en dus verzonden moet worden - en wat bij de patiënt kan blijven. Het is een grote kans voor veel partijen in de zorg om door preventie de kosten te laten dalen. Maar dat betekent voor iedereen ook zoeken naar één lijn om te bepalen welke data relevant wordt.”
Een platform als de Health Exchange kan er volgens Nijhuis toe bijdragen dat informatie alleen met toestemming van een persoon wordt uitgewisseld met partijen die deze informatie willen (her)gebruiken.
“Voor vertrouwen van mensen in hoe hun data gebruikt wordt, is transparantie essentieel. Mensen willen niet het idee hebben dat hun data in een black box terecht komt. Ze moeten op elk moment hun toestemming kunnen aanpassen of intrekken. Ook dit vraagt om de eerder genoemde samenwerking van ieder een in de keten. Dat betekent ook samenwerking met concurrenten. Kortom, ga voor samenwerking op het gebied van standaarden en architectuur en koppel dat los van concurreren op het soort diensten eromheen. Dat kan een enorme versnelling geven aan het digitalisering van de zorg.”