De technologie in de zorg neemt toe. Dat betekent dat zorgverleners ook technische competenties moeten hebben en digivaardig moeten zijn. Maar hetzelfde geldt voor de studenten die de zorgverleners van later gaan worden. Daarom is het belangrijk dat zij al tijdens de opleiding gewend raken aan het gebruik van technologie die niet per se specifiek voor hun vakgebied is. Voorbeelden hiervan zijn: videobellen, het gebruik van apps of e-health. Op die manier leren studenten wat deze technologie later in hun werk kan gaan betekenen. Daarnaast kan techniek ook juist het onderwijs zelf naar een hoger plan tillen. Het samenspel tussen mens en machine verandert het onderwijs en vraagt om een flexibeler onderwijsaanpak.
Maar wat is er nodig om technologie goed te laten werken in het onderwijs nu de scheidslijn tussen de virtuele en de fysieke wereld steeds meer in elkaar overloopt? Op welke manier moet het onderwijs veranderen zodat op alle vakgebieden standaard de nieuwe technologie een plaats krijgt?
In deze special over onderwijs en technologie vertellen docenten over hun ervaringen en visies. Ook studenten komen aan het woord en vertellen wat zij missen of juist een pluspunt vinden om nieuwe technologie in het onderwijscurriculum een plek te geven. En wat te denken van de opkomst van Artificial Intelligence (AI)?
Simulatieleren
AI is bij uitstek een goede mogelijkheid om het simulatieleren te hanteren. Met AI kunnen studenten nagebootste praktijksituaties oefenen zonder dat dit direct grote gevolgen heeft voor een patiënt. De nieuwe technologie daagt ook uit om anders en meer interdisciplinair te gaan werken.
Lees in editie 6 van ICT&health in de special ‘Onderwijs en technologie’ meer over hoe nieuwe technologieën het onderwijs en de zorg rijker maken. De huidige studenten en dus de toekomstige zorgverleners worden op een veelzijdige manier opgeleid waarbij ook goede kennis van ICT tot de standaardcompetenties gaat behoren.